Een van onze dochters is tijdens haar baantje als au pair in Ierland aan een Ier blijven plakken. Voor ons natuurlijk een uitgelezen kans om vaak naar Ierland te gaan. Wat een prachtig land en wat een gigantische hoeveelheid viswater. Vooral de vele grote meren zijn bekend vanwege de grote forellen, maar ook grote snoeken. Eind 2015 besloot ik om een aantal dagen te gaan vissen op een van die meren met een gids. De baas van het Ierse vriendje is ook een hartstochtelijk vliegvisser en die wist te vertellen dat ik contact op moest nemen met Basil Shields, blijkbaar een Ierse beroemdheid als het om vliegvissen gaat.
Na het googelen van zijn naam, bleek de beste man geen website te hebben, maar wel kwam hij veelvuldig voor in opsommingen van visgidsen en als veelvuldig winnaar van diverse viswedstrijden en viskampioenschappen. Er maar op vertrouwend dat men het beste met mij voor had in oktober 2015 Basil gebeld en gevraagd of ik in april 2016 4 dagen met hem kon vissen. In de week die ik op het oog had, was dat mogelijk. Alvast de nodige afspraken gemaakt over de te gebruiken spullen, de prijs en de data vast laten leggen. Op mijn vraag of ik ook een aanbetaling moest doen werd er geantwoord dat ik eerst maar eens moest komen vissen.
En dan duurt het lang voordat het april is. In de tussentijd wat Irish Lough-style Wet Flies proberen te binden. Zo blijf je in de stemming. Halverwege maart maar weer eens gebeld om de puntjes op de i te zetten. Tot mijn grote schrik kreeg ik een toon te horen die er op duidt dat het telefoonnummer niet langer in gebruik is. Op internet zijn telefoonnummer gezocht en dat bleek hetzelfde te zijn. Iers vriendje geappt en die kreeg ook geen contact. Hmmm. Op het platteland van Ierland heeft men vaak geen huisnummers. De huizen hebben wel vaak een naam. Tot mijn grote schrik zag ik na het intikken van Basil ’s adres (Ardnasillagh Lodge, Oughterard) een makelaarssite opduiken met daarin de vermelding dat in november 2015 het huis blijkbaar verkocht was. Nog een grotere hmmmmm. Dat heb ik dan weer! Gelukkig geen aanbetaling gedaan, dacht ik nog. De baas van het Ierse vriendje wist gelukkig nog een mobiel nummer van Basil te achterhalen en tot mijn grote opluchting kreeg ik hem daarop te pakken. Hij bleek al weken problemen te hebben met zijn vaste telefoon en het huis tegenover hun, wat wel eens Ardnasillagh Lodge werd genoemd, bleek vorig jaar te zijn verkocht. Dat verklaarde alles. Gedetailleerde afspraken gemaakt: ik kon zijn materiaal gebruiken. Warme kleding en waadpak moest ik wel mee nemen. Zondag 10 april was het dan zover. Met de trein naar Schiphol en vandaar met een Ierse prijsstunter naar Dublin gevlogen. Spullen in de huurauto geknikkerd en toen naar het Westen. Net buiten de ring van Dublin nog een bakje koffie gedronken met dochter en vriend. Na een kleine drie uur aangekomen in Oughterard.
Toch wel vermoeiend dat rechts sturen en links rijden in je eentje. Ik werd hartelijk verwelkomd door Basil en zijn vrouw Maura. Alles in hun lodge ademt vissen uit. Tot aan het peper en zout stelletje in de vorm van reels toe. Ik bleek op dat moment de enige gast te zijn. Na wat gepraat te hebben en afspraken te hebben gemaakt voor de volgende dag en het thuisfront te hebben geïnformeerd, de spullen voor de volgende dag klaar gelegd en onder de wol geschoten.
Het is koud, winderig en het regent: typisch Iers weer zullen we maar zeggen. De wind was noord-oost en dat beloofde niet de beste vooruitzichten volgens Basil. Na een zeer voedzaam full Irish breakfast en de nodige koffie de visspullen klaar gemaakt. Basil keek naar mijn doosje met favoriete nimfen die ik voor de grap had meegenomen en deed dat af als hier vang je op het meer niks mee. Mijn doosje met zelf gebonden wet flies viel beter in de smaak. Vooral de wet Bibio’s die ik gebonden had waren zeker bruikbaar op dit moment. Een onderlijn met drie vliegen geknoopt. Op de punt een minky fly, ongeveer een dikke meter daar boven een silver dabbler en daar weer een dikke meter boven mijn wet Bibio en daarboven 2 meter lijn. Een lange leader voor mijn begrip. Vanwege de wind werd mij een 10 foot, aftma 8 hengel gegeven. Hengel opgetuigd met een intermediate lijn, het water uit ons bootje “the Northern Dancer” gehoosd en toen het water op.
Wat was ik blij dat ik voldoende warme kleren had aangetrokken. Na 3 minuten varen was ik de orientatie op het meer al volledig kwijt. Gelukkig wist Basil wel waar en hoe. Na een best stuk varen was het dan zo ver: lough-style wet flyfishing vanuit een boot. De boot werd dwars op de golven gezet en al driftend is het de bedoeling dat je in twee zwiepen de lijn een eind met de wind mee gooit en daarna behoorlijk snel binnen stript. Dit vanwege het feit dat de boot ook met een redelijke snelheid drift. Als de lijn bijna weer ingehaald is laat je de vliegen dribbelen op het oppervlakte terwijl je de lijn blijft inhalen. Daarna weer in twee zwiepen naar voren. Heel hard werken. Ik had vaak de leader in de knoop en na enige tijd ben ik overgegaan op twee vliegen ipv drie. Dat ging al een stuk beter. Hele stukken water zo al driftend afgevist zonder resultaat. Tegen lunchtijd een beschut plekje aan de wal gezocht en de meegebrachte lunch, door basil’s vrouw Maura verzorgd, verorberd. Heerlijk en even rust voor de armen. Onderwijl keek basil steeds maar of hij “olives” kon zien hatchen. Helaas bleven de “olives” uit. Eind maart was er een goede hatch van “duck flies” geweest en nu was het wachten op de “olives”. Na de lunch weer driftend vissen/werken. Bij de tweede drift kreeg ik opeens een dreun op mijn hengel en ik zag voor mij een prachtige bruine forel uit het water springen. Ik blij, de forel niet zo blij! Basil was zeer enthousiast toen hij zag dat de forel mijn Bibio had genomen! Na een mooie dril had ik een prachtige weldoorvoede bruine forel van iets meer dan een kilo in mijn handen. Loon naar werken en dat op mijn zelfgebonden Bibio, waar ik een week daarvoor in Nederland mijn eerste volwassen winde op had gevangen: een top vlieg! De rest van de dag bleef visloos, maar mijn dag kon niet meer stuk.
Er is in de lodge geen gelegenheid tot eten of koken, dus was ik aangewezen op een pub in het dorp. Het was maar een klein stukje met de auto. De mij aangeraden pub gevonden en een lekker bord warme eten besteld. Het was maar goed dat ik op een gewone stoel zat en niet op een barkruk, want ik was nog steeds aan het rocken op de golven. Jeetje, voor mijn gevoel zat ik heen en weer te shaken als een dolle. Moe maar voldaan op naar de volgende dag.
Het is compleet ander weer. Beetje mistig en haast geen wind. Werderom op zoek naar de eerder genoemde olives in mooie rustige baaitjes. Er was weinig insectenleven te bespeuren en zo nu en dan zagen we wel forel stijgen.
Met een droog vliegje (emerging olive) aan al weer, een voor mij, zeer lange tippet de stijgende forel geprobeerd te belagen gedurende de hele dag. Volgens Basil hadden we een rimpeltje op het water nodig zodat de forellen niet zouden schrikken van de lijn. Heel wat water afgevist maar zonder ook maar een aanbeet te hebben gehad.
Dag 3 was een herhaling van dag 2: bijna rimpelloos water. Wederom met de droge vlieg de stijgende vis proberen te verleiden tot een aanbeet. Zelfs vanaf de kant in stealth-mode achter rotsblokken waren ze niet te verleiden. Uiteindelijk 1 aanbeet gehad op een buzzer die we onderaan de droge vlieg hadden geknoopt. Teleurstellend, maar toch zo genoten van de mooie natuur en de hele dag op het water. Ondanks het rustige water bleef ik toch dat dobberende gevoel houden ’s avonds in de pub.
Op de laatste visdag was er in ieder geval weer wind. Volgens Basil was onze enige optie om weer met de natte vlieg te gaan vissen. Deze keer vroeg ik om een aftma 6 hengel. Die 8 van dag 1 was me toch te zwaar voor de hele dag. Echt prachtige stukken water afgevist en zo waar vingen we vis. Basil had er 5 waarvan 1 vals gehaakt en 2 ondermaatsen allen op een minky en ik had er eentje, ook een kleintje, nu op een silver dabbler. Het was duidelijk dat de forel op dit moment op “fry” (speldaas) aasde. Tot mijn grote vreugde bleef ik deze dag “in-de- knoop” vrij.
Mijn Ierse vis avontuur zat er op. Ik had graag meer vis willen vangen, maar zoals de ieren zeggen: “otherwise fishing would be called catching!”. Ondanks de tegenvallende resultaten heb ik er enorm van genoten en heel veel van geleerd. Op vrijdag ben ik weer naar Dublin gereden. Huurautootje ingeleverd en mijn vrouw opgewacht op het vliegveld. Daarna door naar naar Bray om nog een lang weekend samen met dochter en vriend te genieten.
Lough Corrib
Lough Corrib is het op een na grootste meer van Ierland (176 km 2 ) en wordt beschouwd als een van de beste wilde bruine forel meren van Europa. Het zuidelijke deel is relatief ondiep tov het Noordelijke deel. Ik heb voornamelijk in het zuidelijke deel gevist en persoonlijk zou ik niet zonder gids het meer op durven. Het water is goed helder en overal zie je onder het wateroppervlak grote rotsen liggen.
Er gebeuren dan ook regelmatig ongelukken op het meer. Het meer telt maar liefst 1327 eilanden en de bodem bestaat voornamelijk uit kalksteen. Dit veroorzaakt een alkalische zuurgraad waardoor er een rijk insectenleven is (in tegenstelling tot zuur water, vaak veroorzaakt door veen) en dus grote vissen. Voornaamste vissoorten zijn bruine forel, ferox forel (ondersoort van de bruine die zeer grote afmetingen aan kan nemen), baars, snoek en Atlantische zalm. Deze laatste kan via river Corrib bij Galway vanuit zee naar het zoete trekken.
(bron: www.wikipedia.org en www.galway-ireland.ie )
mooi verhaal Marten. 1 vraag; waarom moet het allemaal zo zwaar? op een #5/6 is dat toch ook te doen, zeker vanuit een boot kan je daarmee ook nog wel een 60er parereren. qua wind etc. heb ik nooit het idee dat die zware lijnklasse’s daarin zo veel verschil maken. NB.hier lul ik een BEETJE, want ga zelf niet hoger dan #6 want dat kan ik niet “mannen”, en sloopt MIJ al binnen een kwartier. Valt me al jaren op dat die Britten zo bezopen zwaar vissen
Was 10 jaar geleden nog erger: hadden ze 11 footers van een zware lijnklasse. Komt volgens mij omdat ze 3 vliegen aan 4 meter tippet staan te zwiepen